Ongebruikelijke estafettes

Net als in het verleden zijn er ongebruikelijke estafettes, waarvan de organisatie hoopt dat zij weer voor het nodige spektakel kunnen zorgen. Voor de duidelijkheid worden hieronder de minder gangbare estafettes nog wat nader uitgelegd.

Speciale pupillenestafette: (40-40-60-60 meter)

Is over een totale afstand van 200m, de start is met een C-pupil (U9) of mini-pupil (U8) (40m), gevolgd door een B-pupil (U10) (40m), de derde loper is een A1-pupil (U12-1) en de laatste loper een A2-pupil (U12-2) (60m). Let er op dat de pupillen in de juiste volgorde worden ingeschreven en tijdens de wedstrijd ook zo moeten worden opgesteld. Verder gelden er de normale estafetteregels.

10 x 40 meter en 10 x 60 meter

Deze beide estafettes worden in pendelvorm gelopen. dat wil zeggen tussen 2 lijnen op 40m of 60 afstand van elkaar. De wissel dient plaats te vinden nadat het estafettestokje de lijn is gepasseerd. De ontvangende loper staat volledig achter de lijn (bij een pylon op 1m, om een juiste wissel te garanderen) en ontvangt het estafettestokje vanuit stilstand. Voor beide looprichtingen is een aparte baan.

De B, C en mini-pupillen mogen de 40m lopen, en de A-pupillen de 60m. Er is geen onderscheid tussen jongens en meisjes bij de pupillen. Inschrijven voor de 10 x 40m doe je onder de categorie “B/C/mini pupillen (mixed)”. Inschrijven voor de 10 x 60m doe je onder de categorie “A pupillen (mixed)”.

10 x 100 meter

Hiervoor worden de startlijnen van de Zweedse Estafette gebruikt, ter hoogte van de 200m-lijn bij de kantine. Alleen de eerste lopers lopen in banen; de tweede loper mag gelijk na het wisselen (4x100m wisselvak in iedere baan) naar de binnenbaan. Verder worden de wisselvakken van de 4×100 meter van baan 1 gebruikt. De teams mogen gemixt zijn in geslacht en met junioren en senioren. Inschrijven voor de 10 x 100m doe je onder de categorie “sen/jun (mixed)”!

Zweedse estafette (400 – 300 – 200 – 100 meter)

De start is bij de donkerblauwe versprongen startlijn, vlak bij de 200m startlijnen. De eerste lopers lopen in lanen en mogen na de eerste bocht bij de overgangslijn naar de binnenbaan. De tweede, derde en vierde lopers mogen zich opstellen in de binnenbaan onder voorwaarde dat zij niet duwen, dringen of andere deelnemers de doorgang belemmeren. .